vrijhaven
- vrij·ha·ven
- samenstelling van vrij en haven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrijhaven | vrijhavens |
verkleinwoord | vrijhaventje | vrijhaventjes |
- (scheepvaart) een haven met bijzondere vrijstellingen, bijvoorbeeld de vrijstelling van betaling van belasting
- (figuurlijk) een plaats waar men zich niet aan regels en wetten hoeft te houden, een vrijplaats
1. een haven met bijzondere vrijstellingen, bijvoorbeeld de vrijstelling van betaling van belasting
- Het woord vrijhaven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrijhaven" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be