• vrije-uit·loop·kip
enkelvoud meervoud
naamwoord vrije-uitloopkip vrije-uitloopkippen
verkleinwoord

de vrije-uitloopkipv

  1. kip die in een ruime stal gehouden wordt en vrij is om naar buiten te gaan
     Piet’s kippen zijn vrije-uitloopkippen, waarvan mensen de eieren kopen omdat die kippen buiten vrij rond zouden hebben gescharreld. Nu bleven die kippen binnen in de stal, maar vreemd genoeg gingen de eieren toch nog gewoon als vrije-uitloopeieren de deur uit: "Dat moet van de wet", zegt Baars.[1]
  1.   Weblink bron “Kippetjes zien het licht weer” (Maandag 9 februari 2015, 11:36), NOS