vredespijp
  • vre·des·pijp
enkelvoud meervoud
naamwoord vredespijp vredespijpen
verkleinwoord

de vredespijpv / m

  1. een pijp die indianen aanboden aan gasten en die gebruikt werd bij het sluiten van vrede
    • Zo luidden enkele namen van hen Beaver's Breath en No Bra, zou een vrouw moeten plassen terwijl ze een vredespijp rookt en werden veren verkeerd geplaatst op een tipi. Omdat er niet naar de bezwaren werd geluisterd, vertrok de groep van de filmset.[3] 
  • de vredespijp roken
vrede sluiten
  • Voordat de vier partijen de vredespijp roken in de drugsdiscussie, zal er nog heel wat moeten gebeuren. Het CDA van Sybrand Buma stelt dat het drugsbeleid failliet is, maar om een andere reden dan de rest. De christendemocraten vinden softdrugs rommel, die zoveel mogelijk bij de bevolking moet worden weggehouden. Legalisering of gedogen is in hun ogen daarom geen oplossing.[4]
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]
  1. vredespijp op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. de Telegraaf 04 mei 2015
  4. de Telegraaf JORN JONKER EN LISE WITTEMAN 24 mrt. 2017
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be