voortplantingsvermogen
- voort·plan·tings·ver·mo·gen
- samenstelling van voortplanting en vermogen met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voortplantingsvermogen | voortplantingsvermogens |
verkleinwoord | - | - |
het voortplantingsvermogen o
- (seksualiteit) het vermogen dat een soort of individu heeft tot voortplanting
- Het woord voortplantingsvermogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.