voorstad
- voor·stad
- samenstelling van voor vz en stad zn
- [2] van Middelnederlands vorestat [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorstad | voorsteden |
verkleinwoord | voorstadje | voorstadjes |
- (aardrijkskunde) plaats die door verstedelijking als deel van het bebouwd gebied rondom een grotere stad wordt beschouwd
- ▸ Voor het eerst trok de gewone man naar het zuiden, in zijn net aangeschafte 2 CV, Renault Dauphine of Simca Aronde - en een decennium later in een Citroën Ami of Peugeot 404. 'Parijs wordt een buitenwijk van Valence, een voorstad van Saint-Paul de Vence', zong Charles Trenet in 1955 in zijn klassieker Route Nationale 7.[2]
- ▸ Ondertussen trok de industriële voorstad van San Diego aan ons voorbij.[3]
- (geschiedenis) buiten de stadsmuren gelegen bebouwing van een stad
- Het woord voorstad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorstad" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be