voorplein

Nederlands

voorplein

Uitspraak

• Geluid:  voorplein    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• voor·plein

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  voor vz  en  plein zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voorplein	voorpleinen
verkleinwoord	voorpleintje	voorpleintjes

Zelfstandig naamwoord

het voorplein o

1. grote open ruimte voor een gebouw

   ▸ De toegang is niet meer via de vertrouwde dienstingang, maar aan het voorplein van het gebouw. Bezoekers kunnen met de trap of lift naar de ondergrondse foyer. Deze verbindt de nieuwe en oude tentoonstellingsvleugels met elkaar.

   ▸ Als het aan Feyenoord ligt, verhuist het standbeeld van Coen Moulijn naar een plaatsje binnen de hekken van de Kuip. Nu staat het nog op het voorplein bij het stadion.

   ▸ Sinds 08.00 uur trotseren de soldaten van het eerste bataljon Welsh Guards de koude wind op het voorplein van het paleis en bij St. James' Palace.

Synoniemen

• voorplaats; voorhof; esplanade, slotplein

Gangbaarheid

• Het woord voorplein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.