• es·pla·na·de
enkelvoud meervoud
naamwoord esplanade esplanaden
esplanades
verkleinwoord

de esplanadev

  1. grote vlakke ruimte voor een gebouw geschikt voor grote groepen wandelende mensen
    • De rondzoemende helikopter heeft de grootte van een drone en het wereldberoemde theater Esplanade heeft wat weg van een eierschaal. Maar welke kant je ook kijkt, overal schijnen lasers, flikkeren lichtjes en branden logo’s. Banken en hotels hebben hier met succes een wedstrijdje verticaal ver plassen gedaan. [3] 
    • De minister zei dat het om 'individuen gaat die als gevaarlijk worden beschouwd'. Eerder zei Valls dat extreem rechtse groeperingen achter het geweld zaten. Zeker vier agenten, een fotograaf en een betoger raakten gewond. De belangrijkste rellen waren op de Esplanade des Invalides op de linkeroever van de Seine in het zevende arrondissement. [4] 
    • De Holland Triathlon heeft dinsdag na 30 jaar een andere naam gekregen. Het evenement in de polder over de klassieke afstand gaat voortaan als de Challenge Almere-Amsterdam door het leven. De deelnemers starten en finishen 14 september op de Esplanade, centraal in Almere. [5] 
54 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[6]