voordrager

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  voordrager    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• voor·dra·ger

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  voor vz  en  drager zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voordrager	voordragers
verkleinwoord	voordragertje	voordragertjes

Zelfstandig naamwoord

de voordrager m

1. bagagedrager aan het stuur van een fiets

   ▸ Dora gooit haar rugzak met kantoorspullen over haar schouder en bindt het mandje op Gustavs voordrager.

2. persoon die vindt dat iemand ergens voor in aanmerking moet komen

   ▸ De hoogste bestuursrechter voorziet ook dat iemand die was voorgedragen, maar geen lintje krijgt, uitleg moet gaan geven over de redenen daarvoor. Een voordracht moet altijd door een ander worden gedaan. Als de criteria bekend zouden zijn, zou de voordrager kunnen controleren of iemand aan alle eisen voldoet. Als er dan toch geen onderscheiding wordt toegekend, zou geconcludeerd kunnen worden dat de voorgedragen persoon niet "van onbesproken gedrag" is, en bijvoorbeeld een veroordeling op zijn naam heeft staan, aldus de raad.

   ▸ Ook boerin Bertie Steur is een van de voordragers. „Ik deed mee in 2014, maar tot op de dag van vandaag heb ik nog goed contact met Yvon”, zegt Steur. Ze noemt de presentatrice de spil van de boerenfamilie die uit het programma is ontstaan, die weet wat er in de agrarische sector speelt. Boeren Martin van der Peet, Wilma van Steenberge en Suzanne Ruesink zijn Jaspers dankbaar dat zij met haar programma’s „een brug tussen boer en burger” slaat.

3. iemand die een voordracht doet

Synoniemen

• [1] voorbagagedrager
• [3] declamator, recitant, conferencier

Gangbaarheid

• Het woord voordrager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.