voorbijlopen
- voor·bij·lo·pen
- samenstelling van voorbij en lopen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorbijlopen |
liep voorbij |
voorbijgelopen |
klasse 7 | volledig |
voorbijlopen [1]
- onovergankelijk lopend voorbijgaan
- ▸ Gabardinebroek, tweed of lood en bruine wandelschoenen betekende een burger, zoals die op de balkons aan de Strandvâgen 'Bombardeer Hanoi'stonden te schreeuwen wanneer de demonstranten eronder voorbijliepen op weg naar de VS-ambassade.[2]
1.
- Het woord voorbijlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorbijlopen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be