voorbijgelopen
- voor·bij·ge·lo·pen
- vervoeging van voorbijlopen: voltooid deelwoord
vervoeging van: | voorbijlopen… |
verbogen vorm: | voorbijgelopene |
voorbijgelopen
- voltooid deelwoord van voorbijlopen
vervoeging van: | voorbijlopen… |
verbogen vorm: | voorbijgelopene |
voorbijgelopen