volte
- vol·te
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wending’ voor het eerst aangetroffen in 1654 [1]
- afgeleid van vol met het achtervoegsel -te (1) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volte | voltes |
verkleinwoord | - | - |
- de omstandigheid dat iets, een ruimte gevuld is; het vol zijn met iets. Vooral met de gedachte aan een teveel [6]
- wending
- cirkel, beschreven door paard en ruiter
- zwenking om een slag tijdens het schermen te ontwijken
- Het woord volte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "volte" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "volte" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ volte op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /vɔltɛ/
- vol·te
volte