vogelkers
- vo·gel·kers
- Genoemd naar zijn kersachtige vruchten die wel door vogels maar niet door de mens gegeten worden. [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vogelkers | vogelkersen |
verkleinwoord | vogelkersje | vogelkersjes |
- (plantkunde) Prunus padus een boomsoort die in West-Europa thuishoort
- Die vogelkersen staan prachtig in bloei.
1. Prunus padus
- Het woord vogelkers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vogelkers" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ vogelkers op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be