voegspijker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voegspijker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voeg·spij·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voeg ww en spijker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voegspijker | voegspijkers |
verkleinwoord | voegspijkertje | voegspijkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de voegspijker m
- (gereedschap) een stuk handgereedschap waarmee voegen worden afgewerkt
- De voeger was zijn voegspijker verloren en moest een nieuwe aanschaffen.
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord voegspijker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.