vliegensvlug
- vlie·gens·vlug
- In de betekenis van ‘bijwoord: zeer snel’ voor het eerst aangetroffen in 1840 [1]
- intensief, samenstelling van vliegen en vlug met het invoegsel -s-
stellend | |
---|---|
onverbogen | vliegensvlug |
verbogen | vliegensvlugge |
partitief | vliegensvlugs |
vliegensvlug
- Het woord vliegensvlug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vliegensvlug" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "vliegensvlug" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be