• vle·gel·ja·ren
enkelvoud meervoud
naamwoord - vlegeljaren
verkleinwoord - -

de vlegeljarenmv

  1. de puberale leeftijd (circa 12-14 jaar) waarop een jongen zich vaker ondeugend pleegt te gedragen of misdragen
  • M.J. Koenen - J. Endepols, Verklarend Handwoordenboek der Nederlandse Taal (tevens Vreemde-woordentolk), Groningen, Wolters-Noordhoff, zesentwintigste druk 1969.