jaren
- ja·ren
de jaren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord jaar
- ▸ Jaren later liep ik op mijn 42ste de 88 Tempels Trail, een pelgrimstocht van 1.300 kilometer door Japan. Daar ondervond ik voor het eerst hoe verslavend lopen kan zijn. De Japanse bergen, tempels en gastvrijheid waren indrukwekkend.[1]
- apenjaren, jongelingsjaren, kinderjaren, overgangsjaren, overjaren, rijpingsjaren, tropenjaren, verjaren, vlegeljaren
- Het woord jaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers