Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vis·be·stand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord visbestand visbestanden
verkleinwoord visbestandje visbestandjes

Zelfstandig naamwoord

het visbestando

  1. omvang en variatie van de vissen
    • Greenpeace voert actie tegen overbevissing zodat het visbestand zich kan herstellen 
  2. (informatica) bestand met gegevens over vissen op een informatiesysteem
    • in het visbestand worden per vissoort de geschatte aantallen bijgehouden 

Gangbaarheid