visafslag
- vis·af·slag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | visafslag | visafslagen |
verkleinwoord |
de visafslag m
- plaats waar vissers vis aanbieden voor verkoop op een veiling
- Eerder was er in Urk fraude op de visafslag. „Het roept een beeld op van een gesloten gemeenschap die eigen regels heeft en een eigen cultuur waar een voedingsbodem is voor afwijkend gedrag.”[2]
- De onvoorspelbare, altijd boeiende zee, de jachthaven met prachtige zeewaardige schepen, het superbrede strand, de enorme sluizen, de visafslag, de cruiseschepen en de voortdurend rokende hoogovens van Tata Steel.[3]
- Het woord visafslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "visafslag" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf DANIEL VAN DAM 30 nov. 2017
- ↑ de Telegraaf JOOP DUIJS 15 jul. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be