vinding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vin·ding
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vinden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vinding | vindingen |
verkleinwoord | vindinkje | vindinkjes |
Zelfstandig naamwoord
- het vinden (na onderzoek)
- ontdekking, uitvinding
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
2. ontdekking, uitvinding
Gangbaarheid
- Het woord vinding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vinding" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be