Het duizendblad   kreeg zijn naam doordat de vele insnijdingen van elk vindelig blad het op een groot aantal blaadjes laten lijken.
  • vin·de·lig
stellend
onverbogen vindelig
verbogen vindelige
partitief vindeligs

vindelig

  1. (plantkunde) (verouderd) (van een bladvorm) met diepe insnijdingen, voorbij de helft van de zijnerven tot de hoofdnerf toe, zodat het blad links en rechts is opgedeeld in delen die weer rond een zijnerf in een punt toelopen.
     's-Hertogenbosch heeft stempels gebruikt die een vindelig, s-vormig blaadje voorstellen.[2]
11 % van de Nederlanders;
16 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Prosper Verheyden
    Noord-Hollandse boekbanden in: Het Boek., serie 2 jrg. 31 nr. (1954), Martinus Nijhoff, Den Haag
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be