viervlak
- vier·vlak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | viervlak | viervlakken |
verkleinwoord | viervlakje | viervlakjes |
het viervlak o
- (wiskunde) door vier vlakken ingesloten lichaam
1. zie: tetraëder
- Het woord viervlak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.