Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: VIdevide


 
1. pastei in de vorm van een bakje van bladerdeeg
  • vi·dé
  • van Frans  vidé ww  "leeggemaakt", verwijst naar het verwijderen van restjes ongebakken deeg uit de bakjes wanneer ze uit de oven komen [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vidé vidés
verkleinwoord videetje videetjes

de vidém

  1. (kookkunst) bakje van bladerdeeg
    • Vidé: Neem 2 ronde uitsteekvormen met een diameter die 1 cm verschilt. Steek voor de basis met de grote vorm 4 rondjes uit het bladerdeeg. Herhaal deze handeling maar plaats telkens de kleine uitsteekvorm in de grote, zodat je een ring krijgt. Prik met een vork gaatjes in de basis en leg op elke basis 2 of 3 ringetjes bladerdeeg. Strijk in met losgeklopt eigeel. Leg op bakpapier en bak 10 minuten in de oven tot lichtbruin en gerezen. [3]
  2. (kookkunst) pastei in de vorm van een bakje van bladerdeeg, traditioneel met een vulling van kip, gehakt en champignons, maar ook gebruikt voor pastei met een andere vulling
    • De kinderen kregen er de kans om hun eigen middagmaal te bereiden: een vidé met frietjes. De kleuters kregen een koksmuts, sneden de gekookte kip in stukjes en bereidden ook de gehaktballetjes, saus en frietjes. [4]
    • Zo lijkt me de vidé met bospaddenstoelen en schorseneren erg lekker maar ook de pappardelle met kalfsvlees lijkt me heerlijk. [5]
36 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[6]


vidé

  1. (spreektaal) uitgeput
    «J'suis vidé
    Ik ben kapot! [1]