vestigingsmanager

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ves·ti·gings·ma·na·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vestigingsmanager vestigingsmanagers
verkleinwoord vestigingsmanagertje vestigingsmanagertjes

Zelfstandig naamwoord

de vestigingsmanagerm

  1. (beroep) diegene die de leiding heeft over een filiaal van een winkelketen of van een grootwinkelbedrijf.
    • De vestigingsmanager zorgde voor een prettige winkel om in te winkelen. 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid