Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win·kel·ke·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord winkelketen winkelketens
verkleinwoord winkelketentje winkelketentjes

Zelfstandig naamwoord

de winkelketenv / m

  1. een winkelbedrijf met meerdere vestigingen.
    • De winkelketen had een breed assortiment. 
    • Deze winkelketen heeft vestigingen in bijna iedere grote stad van Nederland. 

Meer informatie

Gangbaarheid