vestaals
- ves·taals
- eponiem, van Latijn vestalis, op te vatten als afgeleid van vestale zn met het achtervoegsel -s, verwijzend naar de Romeinse godin Vesta [1] [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vestaals | vestaalser | vestaalst |
verbogen | vestaalse | vestaalsere | vestaalste |
partitief | vestaals | vestaalsers | - |
vestaals
- met betrekking tot de godin Vesta
- (figuurlijk) zeer kuis
- Vestaals (officiële spelling tot 2006)
- Het woord vestaals staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vestaals" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ vestaals op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be