verwoed
- ver·woed
- In de betekenis van ‘fervent’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1921 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verwoed | verwoeder | verwoedst |
verbogen | verwoede | verwoedere | verwoedste |
partitief | verwoeds | verwoeders | - |
verwoed
- hartstochtelijk, met veel energie
- Hij is een verwoed verzamelaar van abstracte kunst.
- Het woord verwoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verwoed" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "verwoed" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be