fervent
- fer·vent
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vurig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fervent | ferventer | ferventst |
verbogen | fervente | ferventere | ferventste |
partitief | fervents | ferventers | - |
fervent
- fanatiek, overtuigd
- Hij is een fervent persoon in dat soort dingen.
- De Holtense tekenaar, etser en schilder Kees Stoop treedt niet graag op de voorgrond. De fervente kunstenaar is groot geworden, maar toch altijd klein gebleven. [2]
1. fanatiek, overtuigd
- Het woord fervent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fervent" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "fervent" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tubantia 28-10-11 Bescheidenheid siert 'schepper' Stoop
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be