vertrouwenspersoon

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·trou·wens·per·soon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vertrouwenspersoon vertrouwenspersonen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de vertrouwenspersoonm

  1. (beroep) een persoon binnen een bedrijf, school of de directe omgeving van mensen, aan wie men vertrouwelijke zaken kwijt kan
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid