• ver·stu·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
versturen
verstuurde
verstuurd
zwak -d volledig

versturen

  1. overgankelijk iets aan een verzendbedrijf ter bezorging afgeven
    • Ik heb gisteren die brief verstuurd. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be