verspreider
- Geluid: verspreider (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈsprɛidər / (3 lettergrepen)
- ver·sprei·der
- afgeleid van verspreiden met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verspreider | verspreiders |
verkleinwoord |
de verspreider m
- degeen die ervoor zorgt dat iets op veel plaatsen aanwezig is
- Deze vogel eet de vruchten en wordt zo via de vogelpoep een verspreider van de zaden.
- (communicatie) persoon of organisatie die ervoor zorgt dat iets bij veel mensen bekend wordt
- Zijn krant is een verspreider van leugens geworden.
- (persoon) (medisch) iemand die veel anderen met een ziekte besmet
- De verspreider van het virus woonde in Wuhan.
- Het woord verspreider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.