verschoning
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verschoning (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·scho·ning
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verschonen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verschoning | verschoningen |
verkleinwoord | verschoninkje | verschoninkjes |
Zelfstandig naamwoord
de verschoning v
- het voorzien van schoon (onder)goed
- Ik heb na een week dragen echt wel behoefte aan een verschoning!!
- (formeel) excuus, verontschuldiging
- U bent mij een verschoning schuldig, brulde de getergde advocaat!!
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord verschoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verschoning" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be