verschiet
- ver·schiet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verschiet | verschieten |
verkleinwoord | - | - |
het verschiet o
vervoeging van |
---|
verschieten |
verschiet
- enkelvoud tegenwoordige tijd van verschieten
- gebiedende wijs van verschieten
- Het woord verschiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verschiet" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "verschiet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ verschiet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be