• ver·schie·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verschieten
verschoot
verschoten
klasse 2 volledig

verschieten

  1. ergatief bleker worden
    • Bij het horen van het onheilsbericht was hij van kleur verschoten. 
     Veel leuker, maar ook langzamer, is de Route Nationale 7. Veel sterker dan op de Autoroute ervaar je hoe het landschap langzaam van kleur verschiet, van het sappige groen van de Bourgogne naar het azuurblauw van de Méditerranée, via het droge geel van de Provence.[2]
  2. overgankelijk door oningehouden schieten voortijdig opmaken
    • Ze hadden de mooiste vuurpijlen al verschoten. 

de verschietenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verschiet
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. verschieten op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be