vermorsen
- ver·mor·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vermorsen |
vermorste |
vermorst |
zwak -t | volledig |
vermorsen [2]
- overgankelijk door morsen verloren laten gaan
- onnuttig opmaken, verdoen, verklungelen, verknoeien, verkwisten, verspillen, verpesten
1. door morsen verloren laten gaan
- Het woord vermorsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vermorsen" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ vermorsen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be