vermijdend
- Geluid: vermijdend (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈmɛidənt / (3 lettergrepen)
- ver·mij·dend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vermijdend | vermijdender | vermijdendst |
verbogen | vermijdende | vermijdendere | vermijdendste |
partitief | vermijdends | vermijdenders | - |
vermijdend
- (van een uitlating) bedoeld om niet te hoeven spreken over een lastig onderwerp
- Het gesprek met verdachte verliep moeizaam, omdat hij vaag en vermijdend antwoord op vragen gaf. [1]
- (psychologie) gericht op het ontwijken van gespannen situaties
- De schuld van de slechte relatie wordt bij hem gelegd: hij vertoont vermijdend gedrag, hij vermijdt confrontaties en gesprekken die tot heftige emoties of tot ruzies kunnen leiden. [2]
- [1] ontwijkend
vervoeging van: | vermijden |
verbogen vorm: | vermijdende |
vermijdend
- Het woord vermijdend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Rechtbank Amsterdam"uitspraak in zaak 13/669066-18" (4 april 2019) ECLI:NL:RBAMS:2019:2484 (12 april 2019) op website: rechtspraak.nl; geraadpleegd 2019-07-12
- ↑ Thoomes-Vreugdenhil, A.Behandeling van problematische gehechtheid (2016) Bohn Stafleu van Loghum, Houten; ISBN 9789036813600; p. 7; geraadpleegd 2019-07-12