vermaner
- ver·ma·ner
- naamwoord van handeling vermanen met het achtervoegsel -er [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vermaner | vermaners |
verkleinwoord |
de vermaner m
- (religie) een religieus leraar voor de doopsgezinden
- ▸ Hij werd predikant in Aalsmeer, waar hij zich ontpopte als „zedelijke vermaner.”[3]
1. een religieus leraar voor de doopsgezinden
- Het woord 'vermaner' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vermaner" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ vermaner op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron dr. ir. J. van der Graaf“De wereld werd de kerk voor ds. Simon Gorter” (08-06-2017), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be