Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·knocht
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verknocht verknochter verknochtst
verbogen verknochte verknochtere verknochtste
partitief verknochts verknochters -

Bijvoeglijk naamwoord

verknocht

  1. sociaal of emotioneel sterk gehecht
    • Mijn oudste dochter is zeer verknocht aan haar beer. 
Typische woordcombinaties
  • verknocht zijn aan
    sterk gehecht zijn aan
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen