verkeersslachtoffer
- ver·keers·slacht·of·fer
- samenstelling van verkeer zn en slachtoffer zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verkeersslachtoffer | verkeersslachtoffers |
verkleinwoord | verkeersslachtoffertje | verkeersslachtoffertjes |
het verkeersslachtoffer o
- iemand die aan een verkeersongeluk ten offer valt
- een dier dat gedood wordt voor een verkeersvoertuig
- Het dier dat onlosmakelijk is verbonden met de snelweg is de kerkuil. Het dier is onder vogels een van de grootste verkeersslachtoffers. [1]
1. iemand die ten offer valt aan een verkeersongeluk
- Het woord verkeersslachtoffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.