• ver·keers·la·waai
enkelvoud meervoud
naamwoord verkeerslawaai -
verkleinwoord - -

het verkeerslawaaio

  1. (verkeer) geluidsoverlast veroorzaakt door het verkeer
    • 'Steeds meer mensen ziek van verkeerslawaai.' [2] 
     Volgens het onderzoek ondervinden tussen de 600.000 en 800.000 Nederlanders ernstige hinder van verkeerslawaai. Ze zijn boos en hebben gevoelens van afkeer, onbehagen en onvoldaanheid. Nog eens 300.000 mensen hebben slaapproblemen door verkeerslawaai.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. www.nu.nl
  3.   Weblink bron “Steeds meer mensen ziek door verkeerslawaai” (21-04-2015), NOS