• ver·grijp
enkelvoud meervoud
naamwoord vergrijp vergrijpen
verkleinwoord

het vergrijpo

  1. (juridisch) schending van een norm of regel
     Op het eerste gezicht is het vergrijp van Alidoosti, die onder meer bekendheid verwierf door haar rol in de met een Oscar onderscheiden film The Salesman, onschuldig: een foto van jezelf publiceren zonder hoofddoek met een papier met daarop geschreven de leus ‘Vrouw, leven, vrijheid’. Maar naar de maatstaven van de religieuze machthebbers is dit nu juist de kern waarom het gaat.[2]
  2. (verouderd) onjuiste opvatting
vervoeging van
vergrijpen

vergrijp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergrijpen
    • Ik vergrijp. 
  2. gebiedende wijs van vergrijpen
    • Vergrijp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergrijpen
    • Vergrijp je? 
99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Floris van Straaten
    “Jonge Iraniërs betalen hun protest met opsluiting of executie” (23 december 2022) op nrc.nl  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be