Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • verf·spuit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verfspuit verfspuiten
verkleinwoord verfspuitje verfspuitjes

Zelfstandig naamwoord

de verfspuitv / m

  1. een werktuig voor het aanbrengen van een verflaag
    • Een verfspuit bestaat vaak uit een hervulbaar vat waarop een spuitdeel is geplaatst dat via een slang met een compressor of met een vat met gecomprimeerde lucht is verbonden. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid