verbindingsofficier

Nederlands

 
verbindingsofficier
Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·bin·dings·of·fi·cier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verbindingsofficier verbindingsofficieren
verbindingsofficiers
verkleinwoord verbindingsofficiertje verbindingsofficiertjes

Zelfstandig naamwoord

de verbindingsofficierm

  1. (militair) officier die zich bezighoudt met de contacten tussen de verschillende legeronderdelen
     Op een open veldje stond verbindingsofficier Kamennodvorski bij zijn archief overbodig bevonden papierrommel uit Kappels regimentsadministratie te verbranden, tezamen met stapels rapporten van de partizanen zelf.[2]
  2. ambtenaar die zich bezighoudt met de externe contacten van een organisatie
     Mogelijk is informatie over terreur niet goed met België uitgewisseld, omdat vorige zomer een belangrijke tussenpersoon is wegbezuinigd. Volgens het ministerie van Veiligheid en Justitie gaat het om de verbindingsofficier op de Nederlandse ambassade in België.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028261396
  3.   Weblink bron “Justitie schrapte belangrijke ambtenaar in Brussel” (31-03-2016), NOS