• vei·lig·stel·len

veiligstellen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
veiligstellen
stelde veilig
veiliggesteld
zwak -d volledig
  1. zorgen dat iets niet verloren gaat
    • Door de absentie van kopvrouw Ireen Wüst, De Jong en ook Jorien ter Mors moesten Leenstra, Wijfje en Van Beek de olympische startplek op de achtervolging veiligstellen. Daar slaagde het gelegenheidstrio ruimschoots in, al was Japan bijna 5 seconden sneller.[1] 
    • De deelstaat Saksen wil het materiële en het immateriële erfgoed van de regio veiligstellen: de oude zilvermijnen, bergstadjes als Annaberg-Buchholz, Schneeberg en Marienberg, met hun renaissancistische kerken en pittoreske kerstmarkten, de houten 'Volkskunst'en ook de lokale kerstliederen die Salzer te berde brengt.[2] 
    • Levensmiddelenbedrijf moet zelf grondstoffen veiligstellen[3] 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]
  1. Tubantia 08-DECEMBER-2017
  2. Volkskrant Sterre Lindhout 23 december 2017
  3. NRC 26 mei 2014
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be