Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • veer·tig·hoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veertighoek veertighoeken
verkleinwoord veertighoekje veertighoekjes

Zelfstandig naamwoord

de veertighoekm

  1. (wiskunde) meetkundige figuur met veertig hoeken
      En nu is het verschil in vorm tussen b.v. een millioenhoek en een cirkel zo gering, dat dit vormverschil kleiner is dan tussen een millioenhoek en b.v. een veertighoek.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Numerus
    Antwoord omtrekverschillen in: De Telegraaf  , jrg. 48 nr. 17854 (25 april 1940), p. 17 kol. 3/4