vechthanen
  • vecht·haan
enkelvoud meervoud
naamwoord vechthaan vechthanen
verkleinwoord

de vechthaanm

  1. haan die speciaal is afgericht voor hanengevechten
    • Schrijfster Joke Verweerd vertelde over de totstandkoming van haar boek ”Retour Rantepao”, dat ze in opdracht van de GZB heeft geschreven. Aan Naomi de Goeijen, dochter van het zendingsechtpaar, bood ze haar nieuwe kinderboek ”De jongen met de vechthaan” aan, dat ook over Torajaland gaat.[2] 
    • De 35-jarige man was bij het illegale evenement in Tulare County toen de politie een inval deed. In het gedrang dat ontstond, werd zijn been opengesneden door de mesjes die een van de vechthanen aan zijn poten had. De man bloedde vervolgens dood. Behandeling in het ziekenhuis mocht niet meer baten.[3] 
95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]