Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vak·school
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakschool vakscholen
verkleinwoord vakschooltje vakschooltjes

Zelfstandig naamwoord

de vakschoolv / m

  1. (onderwijs) school waar men voor een bepaald vak wordt opgeleid
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be