urbanisatie
- Geluid: urbanisatie (hulp, bestand)
- ur·ba·ni·sa·tie
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘verstedelijking’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- Naamwoord van handeling van urbaniseren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | urbanisatie | urbanisaties |
verkleinwoord | - | - |
de urbanisatie v
- een trek van de landelijke gebieden naar de stad, verstedelijking
- De urbanisatie nam in dat land toe.
1. een trek van de landelijke gebieden naar de stad
- Het woord urbanisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "urbanisatie" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "urbanisatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ urbanisatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be