urbaniseren
- Geluid: urbaniseren (hulp, bestand)
- IPA: / ˌʏrbaniˈzerə(n) / (5 lettergrepen)
- ur·ba·ni·se·ren
urbaniseren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
urbaniseren |
urbaniseerde |
geürbaniseerd |
zwak -d | volledig |
- het verschijnsel dat mensen in steden gaan wonen
- Gehl en zijn geestverwanten denken na over steden waarin de mens zich thuis voelt. Geen overbodige luxe in een wereld die in razend tempo urbaniseert. [2]
- Al sinds de Gouden Eeuw is Nederland koploper in de productie van groente en fruit. Terwijl nu de hele wereld in hoog tempo urbaniseert waren wij 400 jaar geleden al zeer bedreven in het produceren van gezonde voeding in de buurt van “grote” steden. [3]
- Het woord urbaniseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf M. Weijers 7 november 2013 Stad van mensen Filmrecensie| The Human Scale
- ↑ De Telegraaf 26 maart 2015 Dutch Cuisine