uniformpet
- Geluid: uniformpet (hulp, bestand)
- uni·form·pet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uniformpet | uniformpetten |
verkleinwoord |
- (hoofddeksel) een plat hoofddeksel dat hoort bij een uniform
- ▸ De Duitser lachte, kwam helemaal de deur van de koeiestal uitgelopen, nam zijn muts af, zwaaide ermee boven zijn hoofd en riep:- Und die ganze Welt hoch!Rostov zwaaide net als de Duitser met zijn uniformpet boven zijn hoofd en riep lachend:- Und vivat die ganze Welt! Hoewel er geen enkele reden tot bijzondere vreugde bestond voor de Duitser die bezig was zijn koeiestal schoon te maken, of voor Rostov die met zijn peloton hooi was gaan halen, keken beide mannen elkaar gelukkig en met een broederlijke genegenheid aan, knikten ten teken van hun wederzijdse genegenheid en gingen glimlachend uiteen, de Duitser naar de koeiestal en Rostov naar het boerenhuis, dat hij deelde met Denisov.[2]
- ▸ Studenten van het Instituut voor de Burgerluchtvaart in Oeljanovsk, zo'n 800 kilometer ten oosten van Moskou, laten met alleen een onderbroek aan en hun uniformpet op dansend op het nummer Satisfaction van Benny Benassi hun studentenflat zien. Een paar uur nadat de video online was verschenen, begonnen de reacties binnen te stromen.[3]
1. een plat hoofddeksel dat hoort bij een uniform
- Het woord uniformpet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1