Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • un·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord ungi.
  • Afleiding van het Deense woord ung.

Bijvoeglijk naamwoord

unge, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ung

unge, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ung
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   unge     ungen     unger     ungerne  
genitief   unges     ungens     ungers     ungernes  

Zelfstandig naamwoord

unge g

  1. een jong dier, pup, welp
  2. (informeel), (pejoratief|dan) kind
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Verwijzingen


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • un·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord ungi.
  • Afleiding van het Noorse woord ung.
Naar frequentie 562

Bijvoeglijk naamwoord

unge, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ung

unge, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ung
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   unge     ungen     unger     ungene  
genitief   unges     ungens     ungers     ungenes  

Zelfstandig naamwoord

unge m

  1. een jong dier, pup, welp
  2. jong
    «Underholdning for unge og gamle.»
    Vermaak voor jong en oud.
Synoniemen
Synoniemen
Afgeleide begrippen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • un·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord ungi.
  • Afleiding van het Nynorske woord ung.

Bijvoeglijk naamwoord

unge, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ung

unge, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ung
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   unge     ungen     unger     ungene  

Zelfstandig naamwoord

unge m

  1. een jong dier, pup, welp
  2. kind
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: ei andemor med ti ungar
een eendenmoeder met tien pups


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
ungir

unge

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ungir
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ungir


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • unge
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   unge     ungen     ungar     ungarna  
genitief   unges     ungens     ungars     ungarnas  

Zelfstandig naamwoord

unge g

  1. een jong dier, pup, welp
  2. (informeel) kind